Het Kerstevangelie van Lucas leest haast als een schilderwerk. Een tafereel dat door een oude meester is geschilderd. Omlijst met een vergulde rand. Voor velen niet meer van deze tijd. Het ligt daarom op zolder te verstoffen om jaarlijks nog even te bewonderen uit nostalgische overwegingen. Zo zijn we hier haast beland bij een aflevering ‘tussen kunst en kitsch’. Vandaag wil ik het alleen omdopen tot ‘tussen hemel en aarde’.
Ik vind dat ook wel een aardige typering voor een dominee. Ik ben gewoon de ‘Nelleke van der Krogt’ van de kerk.
Al presenteert zij trouwens het iconische programma al een tijdje niet meer. Maar als geen ander kon zij zich verwonderen over allerhande prullaria afkomstig uit erfenissen en curiosa van rommelmarkten en meesterwerken die gered waren uit vuilnisbakken van de buren. Met steevast de vraag: “hoeveel is het waard?” wanneer een expert zich er met zijden handschoentjes over had ontfermd en het had onderworpen aan een kritische kennersblik.
Als dan een bedrag met drie tot vier nullen genoemd is, de verbazing alom in close-up gevangen wordt in beeld, komt de vraag: “wat gaat u ermee doen?” Wat eerst nog ronduit kitch was, wordt ineens een ‘acquired taste’. Weten wat iets waard is, doet steevast iets met de perceptie. Wat ik trouwens ook altijd geweldig vind, is het gevonden voorwerp waarvan niemand weet wat het precies is. Dat wat in handen kwam bij het omspitten van de achtertuin, blijkt een gesp te zijn van een Romeinse soldaat.
À la Nelleke van der Krogt stel ik hier dus de vraag wat we precies in handen hebben met het evangelie van Lukas.
Helder is dat het een erfenis is, waar we onderhand niet zo goed raad meer mee weten. Eigenlijk weten we helemaal niet zo goed meer wat evangelie überhaupt is. En wat we zien, past niet zo goed meer bij ons interieur. Misschien zou het ook meer waard zijn, als het minder door de tijd was aangetast en als verfraaiingen en versieringen die later zijn aangebracht zouden worden verwijderd.
De expert ontcijfert de tekst op een banier dat door twee halfnaakte en mollige engeltjes wordt vastgehouden:
“De hemel gaat weer open”. Hoewel de titel mogelijk origineel is, blijkt het om een latere toevoeging te gaan.
In het schilderij is veel aangepast aan de romantische smaak van de vorige eigenaars. Ik wijs u even op de herders met hun aureolen die er zo teder en lief uitzien…. Na grondige analyse blijken die niet van de hand van de meester.
Vermoedelijk zit er onder deze lagen een schildering van rouwdouwers die meer op vechtersbazen lijken,
dan op de verwijfde en blozende engelachtige mannetjes die nu oplichten in het schijnsel van het kampvuur.
Kijk maar naar de omgeving. Hoe woest en dreigend die is.
Dat is de omgeving die gedomineerd is door het Romeinse leger dat opdrachten uitvoert in naam van Keizer Augustus.
Waar Herodes niet veel meer is dan een wrede marionet in een wereld die de Pax Romana verkondigt als Evangelie.
De Romeinse Vrede als goede boodschap, was een onheilsboodschap voor wie door dat immense leger haast letterlijk onder de voet was gelopen en gebukt ging onder torenhoge belastingen. Want die hele volkstelling waar Lukas het over had, vond vaker plaats. Zulke volkstellingen waren bedoeld om de belastingen te kunnen innen. Dat wat we nu als vertederende achtergrond zien, was eerder de aanleiding voor een bloedige strijd.
De ‘verfraaiingen van later datum bedekken iets, maar leggen daarmee ook iets bloot in onszelf. Herders, engelen en zelfs de ouders van de Messias, zijn meer en meer gaan lijken op welvarende westerlingen. Maar daarmee kijken we weg van de actualiteit. Die was er ook dit jaar. In de maand die vernoemd is naar de keizer die een volkstelling uitriep.
Het was te midden van de hectiek van evacuaties uit Afghanistan. Een kind werd geboren in een oorlogsvliegtuig.
Het was in die dagen, dat de hemel opnieuw openging. Dat een kind geboren werd, in omstandigheden die verdacht veel lijken op de dagen van Keizer Augustus.
Ik schreef er dit gebed bij:

Dat beeld komt opnieuw naar voren als het schilderij van de meester Lukas wordt schoongemaakt. Inderdaad niet voor elke huiskamer geschikt. Maar hier in de kerk aanschouwen we het elke week al willen we het ook daar soms liever niet zien. “En de waarde?” vraagt de Nelleke van der Krocht in mij. “Onschatbaar, ” zegt de expert, “maar ik zou het verzekeren voor een bedrag dat de omvang heeft van een levensverzekering. Het blijft iets wat een gek ervoor geeft,
maar er zijn mensen die hier hun leven aan willen wijden.”