Rotterdam heeft de allerbeste burgemeester van de wereld. Dat werd deze week bekend en het vervulde me met vals chauvinisme. Ik heb er jaren gewoond, gestudeerd en gewerkt, maar dat maakt me niet tot een echte Rotterdammer. Eigenlijk had ik zelfs een haat-liefdeverhouding met die stad. Ik was allang van Rotterdam vertrokken toen het er helemaal hip werd. En om nou te stellen dat het zo’n gezellige plaats is, gaat ook wat ver. Wel blijf ik genieten van de rollende ‘R’ en de natte ‘T’ die smaak geven aan wat gezegd moet worden.
Bruggen bouwen
Rotterdam is niet alleen de stad van havenarbeiders, maar ook van bruggenbouwers. Dat laatste natuurlijk letterlijk als je kijkt naar ‘de Hef’, de Willemsbrug en de ‘Erasmus’, maar ook figuurlijk. ‘Bruggenbouwer’ klinkt altijd als zo’n mooie typering, maar daar gaat een harde en rauwe werkelijkheid achter schuil. Waar bruggen gebouwd moeten worden, zijn diepe kloven te overwinnen. Het betekent dat er mensen zijn die zich buitengesloten voelen, menen dat ze aan de verkeerde kant van de Maas wonen en vooral een moeilijk bestaan leiden. Er zal nog heel wat water door de Maas moeten stromen voordat het verschil tussen ‘hullie’ en ‘zullie’ er niet meer is.
Geloof
Van deze stad is Ahmed Aboutaleb de burgervader. De Rotterdammers zijn trots op hem. Nee, dat zeg ik natuurlijk verkeerd. ‘Groos’ is het woord. En ze zijn zo ‘groos’ op hem dat ze hem hebben voorgedragen als beste burgemeester van de wereld. Dat is hij dus geworden, omdat hij de menselijke maat weet terug te brengen in een wereldstad. Dat komt volgens mij voort uit een rotsvast geloof in het vermogen van de mens om het goede te doen. Hij sprak na de aanslag op Chralie Hebdo in Parijs woorden die daarvan getuigen. Ze zijn op muziek gezet door Wick Gispen en het haalde de bundel ‘Zangen van zoeken en zien’. Janneke Schoonen heeft ze op mijn verzoek ingezongen…
Mentaliteit
Het zijn woorden van een bruggenbouwer, misschien zelfs van een vredestichter. Met liefde haal ik deze woorden de kerk in. Nog liever breng ik ze naar buiten. Het is een heidens karwei om ze elke dag opnieuw weer in praktijk te brengen. En het vraagt om een sterk geloof. Geloof in het goede van de mens. Dat goede van de mens komt naar boven als we durven dromen. Dromen van vrede in onszelf, in onze stad, in ons land en op deze aarde. En het vraagt om iets ongelofelijk Rotterdams; de ‘niet-lullen-maar-poetsen-mentaliteit’.